11 november 2023
Woensdag 9 november kwam Vlaams minister van Erfgoed, Matthias Diependaele, naar Doel om er toelichting te geven bij de toekomstplannen voor de Doelse Kogge. Die komt opnieuw naar Doel in een daarvoor nieuw op te richten museum.
Er was nogal wat volk afgezakt naar Doel voor de persconferentie die de minister had aangekondigd. Veel pers, maar ook veel volk uit erfgoedkringen en een aantal plaatselijke vertegenwoordigers. Daaronder de leden van de kerkfabriek van Doel, schepen Boudewijn Vlegels (N-VA), Jan Creve van Doel 2020. Ook Freddy Aerts, de man die gedurende meer dan een jaar timmerde aan een akkoord tussen Vlaamse Regering, Haven en actiegroepen was aanwezig.
De Kogge werd ontdekt bij de graafwerken aan het Deurganckdok toen een kraan onverwacht een enorme hap nam uit de romp van een houten schip. Bij nader toezien betrof het een middeleeuws koggeschip dat zeven eeuwen lang geconserveerd was gebleven onder een metersdikke kleilaag. De toenmalige Archeologische Dienst Waasland, de voorloper van het huidige Erfpunt, deed verschillende weken onderzoek waarna in de bouwput van het Deurganckdok nog een publieksdag volgde voor de geïnteresseerden. Daarna werd de kogge ontmanteld, vervolgens in stukken gezaagd en ondergedompeld in containers met water om te voorkomen dat het hout zou verpulveren. De openluchtcontainers stonden jarenlang onbeheerd en blootgesteld aan weer en wind op ‘Putten-Hoog’, langs de Hogen Dijk tussen Kieldrecht en Doel. Vandaar verhuisden ze naar een plek vlakbij het Fort Liefkenshoek. Pas na meer dan 10 jaar werd beslist om een conserveringsproces op te starten.
De containers verhuisden vervolgens naar het Waterbouwkundig Lab waar de kogge grondig bestudeerd werd. Nadien begon voor de kogge een jarenlange badkuur: eerst dag en nacht spoelingen ondergaan om onder meer alle ijzerdeeltjes weg te krijgen en te ontzilten. Nadien in een tweede fase een jarenlang ‘bad’ van polyethyleenglucol waarbij de houtkernen intern versterkt werden en zullen uitharden. Die kuur begon in speciale containers die opgesteld werden op de droogdokkensite vlakbij het nieuwe havenhuis. Maar toen midden dit jaar de tweede fase moest beginnen, bleek Antwerpen niet meer geïnteresseerd. De containers verhuisden naar Welchelderzande in de stille Kempen.
Door gebruik te maken van dendrochronologie (datering op basis van jaarringen) konden de archeologen bepalen dat de kogge gemaakt werd uit eikenhout dat in de winter van 1325-1326 gekapt werd in de buurt van Hamburg. Hoe de kogge in de toenmalige Deurganck, een dode zijarm van de Schelde, is terecht gekomen weten we niet. Alles wijst erop dat de kogge niet meer in gebruik was. Het schip lag op zijn kop en zowel de mast als tuigage ontbraken. Werden scheepswrakken of schepen die verder moesten ontmanteld worden misschien in de Deurganck aangelegd in afwachting van verdere afbraak? Feit is dat in Doel tot begin van de 20e eeuw oude houten schepen werden afgebroken waarna het hout werd verkocht aan de meestbiedende.
Opstelling
Over de eigenlijke opstelling is nog niets beslist. Wél dat dit in Doel zal gebeuren. Schepen Boudewijn Vlegels denkt aan een opstelling in de omgeving van de kerk en het klooster maar de definitieve locatie zal uiteindelijk beslist worden in overleg met de verschillende actoren uit het Verbondsakkoord.
Minister Diependaele voorziet in de eerste fase vijf miljoen euro voor definitieve conservering en voor verschillende studies. In een eerste studie wordt bekeken hoe de kogge best voorgesteld wordt: rechtopstaand of bijvoorbeeld gekapseisd zoals het schip gevonden werd. In de andere studies wordt onderzocht waar de kogge best komt en in welke museale functie.