Doel was al sinds de 19de eeuw een trekpleister voor schilders.
Het dorp was het einde van ‘de beschaving’ en het begin van een wereld ‘waar de oneindigheid vervloeit in zoete mijmering’ (Eric Legrand, 1959). Een arcadisch landschap met eindeloze luchten waarin wolken joegen als galjoenen en schaduwen wierpen op de wiegende graanakkers en het brede water. De bekendste schilders zijn: Albert Servaes (Gent 1883-Luzern 1966), Theophile Bogaert (Dendermonde 1850-1900), Frans Van Leemputten (Werchter 1850-Antwerpen 1914), Richard Baeseleer, studiegenoot van Vincent van Gogh (Antwerpen 1867-Genève 1951), Albert Baertsoen (Gent 1866-1922), Herman Broeckaert (Wetteren 1878- Gent 1930), Julien Celos (Antwerpen 1884-1953),Victor Thonet (Antwerpen 1885-Kalmthout 1952) en Tony Van Os (Antwerpen 1886-Temse 1945).
In 2008 werd KunstDoel opgericht. Tientallen kunstenaars engageerden zich voor het behoud van het dorp vanuit het idee dat er voor Doel een culturele toekomst was weggelegd. KunstDoel veranderde het dorp in een openluchtmuseum. Met respect voor de huizen en de dorpssfeer werd kunst geïntegreerd in de ruimte, zowel op de gevels van onbewoonde als in het interieur van bewoonde huizen. Hun boodschap luidde: ‘beste overheid, u breekt niet alleen levens en stenen, maar ook onbetaalbare kunstschatten.’Belangrijke hedendaagse kunstenaars als Jan Van Imschoot, Koen van den Broek, Guillaume Bijl, Fred Bervoets, Jan Decleir, Ria Pacquée, Mitja Tusek en Guy Van Bossche verleenden hun medewerking.
Michelangelo Pistoletto, een internationaal befaamde kunstenaar, bezocht Doel en schreef in 2009 een brief naar de minister: ‘Minister President, ik was diep getroffen door de esthetische kracht van deze plek. Toen ik vanaf de Scheldeoever het omliggende landschap aanschouwde, was het alsof ik op een metafysische as stond waar verschillende tijdsgewrichten elkaar kruisen. Voor mij zag ik het rustige dorp met het pittoreske haventje, achter mij de rivier en de druisende Antwerpse haven, rechts van mij het oude windmolentje in de schaduw van de twee machtige torens van de kerncentrale en links van mij de reusachtige kranen van het Deurganckdok. Minister President, ik heb al vele plaatsen bezocht over heel de wereld, maar dit is werkelijk een unieke plek.’