• Menu
  • Menu
Haven Doel

De Haven

Home » De Haven

De haven werd aangelegd in 1614, tegelijkertijd met het dorp. Er legden oorspronkelijk vissersboten en vrachtschepen aan die turf, graan en andere landbouwproducten uit de polder vervoerden. De haven is één van de laatste getijdenhavens op de Schelde en bezit daarom nog steeds een spuikom en een waterkeringspoort. In de 19de eeuw werd in de haven een quarantainedienst gevestigd. Eind 19de eeuw was de haven de motor voor het opkomend toerisme. Rederij Flandria ontstond in Doel. De kade was sindsdien een ontmoetingsplek voor dagjestoeristen, vissers en andere schippers, zeehondenjagers, kunstschilders en quarantainedokters. De haven is ook een herdenkingsplek. Daarvan getuigen het Brits oorlogsmonument en de jaarlijkse Scheldewijding.

© Bruno Stevenheydens

Doelse Kogge

Vlak naast Doel, achter de leefbaarheidsbuffer, ligt het Deurganckdok. De naam Deurganck verwijst naar de geul die hier tot het einde van de 20e eeuw lag. In de middeleeuwen was het waarschijnlijk een doorvaart voor schepen die op die manier tolheffing konden ontwijken.

Tijdens de graafwerken voor de aanleg van het Deurganckdok stootten de kranen in 2000 op een nagenoeg intact scheepswrak. Het schip is een middeleeuwse kogge. Ze is 21 m lang, 7 m breed, en heeft een bewaarde hoogte van ongeveer 2,5 m. Koggen waren zeewaardige vrachtschepen die met hun bulkvracht (graan, zout, hout, turf, baksteen, … ) aan kustvaart deden van Hanzestad naar Hanzestad. Er werd nog een kleinere kogge gevonden en de kade van een middeleeuws vissersdorp. De Doelse Kogge is op Europees niveau de grootste en best bewaarde in haar soort.

Opgraving van de Doelse Kogge. © Kristof Pieters

Veerdienst

De veerdienst tussen Doel en Lillo is eeuwenoud. Tot het begin van de 20e eeuw werd de overzet verzekerd met een roeiboot. Van op de Scheldedijk in Lillo keek men uit of er in Doel of Liefkenshoek klanten stonden te wachten. De waard van het enige café dat zich op de dijk in Liefkenshoek bevond, trok een mand de hoogte in aan een mast om de veergangers aan de overkant te verwittigen. Met de opening van de Liefkenshoektunnel werd de dagelijkse veerdienst Lillo-Doel herleid tot een weekeinddienst. Na de beslissing van 1998 om Doel te laten verdwijnen werd de veerdienst verder afgebouwd tot hij in 2010 finaal verdween.

Flandria

De rederij Flandria is lange tijd een begrip geweest in het passagiers- en goederenvervoer op de Schelde. Het begon met een beurtdienst van F. Dreesen, die weldra vennoot werd met Eugeen Van Marcke in 1921. Het jaar daarop werd de Flandria aangekocht, een stoombootje van 45 ton, gebouwd in 1907. Met het schip werden passagiers, maar ook kleine vrachten en pakjes vervoerd. Tot na de Tweede Wereldoorlog verzekerde de Flandria een trouwe dienst met elke dag een afvaart te Doel om half zeven en een terugvaart uit Antwerpen om 15 uur. De maatschappij kreeg de naam ‘de Interprovinciale Stoombootdiensten Antwerpen-Doel’. Dit werd later veranderd in ‘Flandria’. Doel was voor de Antwerpenaar het Blankenberge van nu. Flaneren op de dijk, een koffie of pintje drinken in één van de 30 etablissementen die het dorp rijk was, krabben vangen, garnalen eten: het was dé gedroomde gezinsuitstap.

Aanlegplaats Flandria

Vis en zeehonden

In 1825 lagen in Doel zes zeilschepen en zestien zeilhengsten. Tot in de 20e eeuw vertrokken de vissersboten van hieruit en werd er vers gekookte garnaal aan de wal gebracht. De benedenloop van de Schelde was nog zeer visrijk en er was een groot zeehondenbestand. Concurrentie voor de vissers dus.
Zeehonden werden per boot bejaagd door jagers-notabelen. In Doel werden de kadavers aan land gebracht en gestroopt voor de vacht. De traan vond zijn weg naar de boeren die er het leder van hun paardengetuig mee invetten. Het spek was ideaal wagensmeer. De kadaverresten die terug in de Schelde werden gesmeten, waren voor de krabben een festijn. Intussen zijn de zeehonden op de Schelde beschermd en herstelt zich de populatie.

Schepen werden ontmanteld en het hout te koop gesteld als renovatiemateriaal voor schuren en andere gebouwen.

Quarantainedienst

In 1843 werd de Quarantainedienst van Doel opgericht. Deze dienst oefende controle uit op de bemanning van de binnenkomende zeeschepen naar Antwerpen om vast te stellen of er geen besmettelijke ziekten aan boord waren. In 1897 werd op de dijk een wachthuis gebouwd. Vandaar vertrok de eerste telefoonlijn van Doel naar dokter Antoon en verder naar zijn collega, dokter Flahou. De dienst werkte tot 1897 met bootroeiers, later vervangen door een stoomboot. In 1945 werd de dienst in Doel opgeheven en overgeplaatst naar Antwerpen. Het wachthuis werd verkocht en het bootje met de gele band rond de schouw verdween uit het havengebied.